Deel artikel

literatuur Boon Literatuurprijs 2024, recensie

Met ‘Alkibiades’ zet Ilja Leonard Pfeijffer een titanische prestatie neer

23 juni 2023 6 min. leestijd

Wanneer Pfeijffer meer doet dan de kille historische feiten opsommen, is Alkibiades een heerlijk leesavontuur. Maar de waarschuwing voor de gevaren die de democratie bedreigen, komt enigszins geforceerd over.

Er zijn politici die na afloop van een lange carrière de balans opmaken in een boek. Hoe hebben ze de top bereikt? Wie waren hun leermeesters? Wat hebben ze zelf in hun functie geleerd? Maar vooral: waarom hebben ze indertijd al die beslissingen genomen? Hoe kijken ze terug op het gevoerde beleid? Sommige zijn zo beroemd dat ze, zeker in Angelsaksische landen, een miljoenenvoorschot van een uitgeverij voor zo’n boek opstrijken. Denk Barack Obama.

Zo’n politicus is ook de Atheense staatsman en generaal Alkibiades, die leefde in de vijfde eeuw voor Christus. Het enige verschil is dat hij zijn memoires niet zelf schreef of daar persoonlijk een ghostwriter voor inhuurde. Hij moest meer dan tweeduizendvierhonderd jaar wachten tot iemand zijn herinneringen optekende. Maar hij heeft dan wel het geluk dat niet de minste auteur bereid was die taak te verrichten: Ilja Leonard Pfeijffer (1968), die sinds successen als het met de Libris Literatuur Prijs bekroonde La Superba (2013) en de enorme bestseller Grand Hotel Europa (2018) geldt als een van de grootste schrijvers van de Lage Landen.

Het is een bescheiden ghostwriter bovendien. Al staat Pfeijffers naam op het omslag, hij laat Alkibiades zelf in alle openhartigheid zijn loopbaan uit de doeken doen. De democratische idealen waarin hij geloofde na te zijn opgevoed door Socrates, de politiek waartoe die hem inspireerde, zijn beleidsdaden en het – soms noodlottige – effect daarvan dat hem dwong over te lopen naar Athenes vijanden om Athene te blijven dienen. Alkibiades krijgt alle schrijverseer.

Genoeg met deze vergelijking nu. Alkibiades is natuurlijk geen memoir, maar een roman – al doet het boek nog zo denken aan, inderdaad, A Promised Land van Barack Obama, met alle nadelen van dien: de enorme omvang (meer dan zevenhonderd dichtbedrukte pagina’s) en bij vlagen te gedetailleerde uitweidingen over zaken die niet allemaal even interessant zijn. Zoals de hoofdpersoon zich kan verliezen in het opsommen van welke schepen wanneer precies naar welke eilanden voeren! Dat maakt het lezen niet altijd tot een genoegen. Je moet je soms worstelen door overvolle zinnen als:

Ik verplaatste mijn volledige troepenmacht naar Lampsakos in Pharnabazos’ territorium op de Aziatische oever van de Hellespont, liet de stad versterken en overwinterde daar, niet alleen omdat die stad Priapos als beschermgod vereert, maar ook om aan het begin van het voorjaar in de best mogelijke positie te zijn voor een aanval op Abydos, dat op ongeveer honderdvijftig stadia ten zuiden van Lampsakos op dezelfde oever ligt.

En dan is dit nog een vrij onschuldig voorbeeld in een poging te voorkomen dat de lezers van deze recensie zouden afhaken. Ik betrapte me soms op de gedachte dat ik alleen kon volhouden omdat zulke beschrijvingen bij míj tenminste nostalgische herinneringen opriepen aan de tijd dat ik me op het gymnasium bezighield met Herodotos en Plato, maar dat dit onmogelijk voor het grote publiek kan gelden waarop Pfeijffer zich in interviews claimt te richten.

Past deze stijl soms bij het karakter van Alkibiades? Ongetwijfeld. Pfeijffer zet hem neer als een man die niet gebukt gaat onder een gebrek aan zelfvertrouwen. Hij is niet alleen graag aan het woord, hij doet dat in de overtuiging dat het allemaal even boeiend en belangwekkend is. Want híj heeft de juiste keuzes gemaakt, híj heeft de successen geboekt – of het nu op het slagveld, in het parlement of in de Olympische arena was –, híj is op de juiste manier met tegenslag omgegaan.

Of zit hier de gepromoveerde graecus die Pfeijffer ook is, de schrijver in de weg? Dat ongetwijfeld ook. Hij wil laten zien dat alles historisch klopt, getuige daarvan een meer dan honderd pagina’s tellende verantwoording, en hij wil ook alles wat hij weet over deze periode in de oudheid een plek geven. Dus ook wat ze indertijd precies dronken, hoe de organisatie van de Olympische Spelen exact in haar werk ging, welke omslachtige aanspreekvormen ze hanteerden.

Zit de gepromoveerde graecus die Pfeijffer ook is, de schrijver in de weg?

Evengoed is Alkibiades een heerlijk leesavontuur – om dezelfde redenen waarom het boek ergernis oproept. De vette zinnen, met zo veel flair uitgesmeerd, spatten óók van het schrijfplezier. Zo weelderig en toch zo trefzeker, als hij een tirade tegen de vijanden van de democratie afsteekt, de uiterst trage optocht van de Perzische koning der koningen beschrijft, of eigenlijk in alle passages waarin hij méér doet dan de kille historische feiten opsommen.

En de uitputtendheid van het boek zorgt óók voor een onderdompeling in een andere wereld zoals maar weinig historische romans doen. Niet door allerlei zintuigelijke beschrijvingen, want door gebrek aan bronnen blijft Pfeijffer zuinig over de geur in de Ionische havenplaatsen of het doorklieven van de zee, maar simpelweg door lang met de personages te verwijlen. Je raakt zo vertrouwd met hun wereld, met al die kleine en soms onverwachte details, dat het spijtig is om afscheid te nemen. Je verlangt zowaar naar een vervolg.

Daarbij slaagt hij erin om zo’n veelomvattend leven in zo’n turbulente tijd richting te geven. Alkibiades is opgezet als een pleidooi van de staatsman en generaal om zijn landgenoten te overtuigen van zijn definitieve plan om én de Peloponnesische oorlog tegen Sparta te winnen én de democratie te redden. Terwijl hij herhaaldelijk schrijft over het Perzische dorpje waarin hij afwacht en de rollen papyrus die hij ondertussen volpent, word je langzaam nieuwsgierig.

Het voorbeeld van Athene toont hoe makkelijk populistische handelaars in angst de democratie kunnen verwoesten

Er zit kortom een plot in – iets wat je nadrukkelijk niet van Obama’s memoires kunt zeggen. Een plot met een twist nota bene wanneer tot je doordringt dat Alkibiades van plan is om elf boeken te schrijven, terwijl de inhoudsopgave er toch echt twaalf telt. Hoe zit dat? Pfeijffer heeft een verrassing in petto, die maakt dat dit toch een boek is waarover een recensent geacht wordt te schrijven dat dit niet de plaats is om het einde te verklappen. Bij deze dus.

Blijft over de urgentie die Pfeijffer voelde om uitgerekend nu, zoveel jaar nadat hij het idee voor dit boek kreeg, deze roman te schrijven. Zoals hij in zijn intensieve mediacampagne en uitgebreide tournee langs zijn lezers uitentreuren verklaarde: dat het voorbeeld van Athene laat zien hoe makkelijk populistische handelaars in angst de democratie kunnen verwoesten en hoe desastreus het regime is dat ervoor in de plaats komt. Laten we daarom waakzaam zijn.

Dat is niet het sterkste punt van Alkibiades. De redevoeringen op de Pnyx, van populisten en democraten, zijn retorisch ijzersterk – laat dat maar aan Pfeijffer over – maar wekken een anachronistische indruk. En de dictaturen die aan het einde van de vijfde eeuw tijdelijk worden gevestigd, zoals de Oligarchische revolutie van 411 voor Christus of het bewind van de Dertig in 404 voor Christus, ontaarden wel heel snel en zijn in een mum van tijd weer voorbij. Is dat geloofwaardig?

Dat eerste komt door Pfeijffers woordkeuze. Waar hij in de hele roman zo authentiek mogelijk wil zijn en daarom consequent antieke munteenheden gebruikt en liever spreekt van metageitnion en boëdomion dan van september, hanteert hij in die redevoeringen opeens begrippen als nepparlement. Zelfs als dat woord letterlijk vertaald is uit het Grieks, doet het onmiddellijk aan Wilders denken. Daardoor lijkt Pfeijffer zijn boodschap er wel heel direct in te hameren.

Dat tweede komt door het – bekende – probleem van een te getrouwe weergave van de werkelijkheid in fictie. De genoemde tirannieke bewinden verliepen inderdaad zoals Pfeijffer ze beschrijft (voor zover ik weet althans), maar in de context van een roman waarin je de gebeurtenissen aannemelijk en geloofwaardig moet maken, komen de verwikkelingen juist te bedacht over. Al helemaal in een boek dat als voornaamste raison d’être heeft om de lezers te waarschuwen voor hun verlangen naar een sterke man.

Toch moet je hier ook maar niet te zwaar aan tillen. Alkibiades is een titanische prestatie. En de democratie kun je uiteindelijk niet genoeg beschermen tegen haar vijanden.

Ilja Leonard Pfeijffer, Alkibiades, De Arbeiderspers, 2023, 772 p. (met verantwoording 944 p.)

Maarten Dessing recent

Maarten Dessing

literair journalist

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291a0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)